Levensmoed
Niet zo lang geleden waren Gerie en ik een paar dagen in Berlijn. Een stad van uitersten. Je loopt langs winkels waar horloges van twintigduizend euro in de etalage liggen. En in diezelfde straat proberen mensen iets eetbaars uit een vuilnisbak te halen.
Zulke tegenstellingen kom je ook tegen wanneer je oog in oog staat met de geschiedenis van Duitsland. En die kom je in Berlijn op allerlei manieren tegen. Zo waren we op bezoek in Sachsenhausen, één van de eerste concentratiekampen die door de nazi’s werden opgericht. We zagen de foto’s van en lazen de verhalen over de talloze mensen die daar zijn omgebracht. We lazen ook hoe de bevolking van het stadje Oranienburg, waar het concentratiekamp te vinden was, zich opstelde. De mensen in Oranienburg hebben maar al te goed geweten wat daar gebeurde. Nieuwe gevangenen werden in kolonnes van het station naar het concentratiekamp gedreven. De bewoners van het stadje stonden dan langs de kant van de weg en bekogelden de gevangenen met modder, stenen en scheldwoorden.
Hoe komt een mens zover, vraag je je af. Ze hadden zich toch ook in hun huizen kunnen verstoppen? Maar misschien is dat een naïeve veronderstelling. Misschien onderschat ik dan de terreur van de angst die in Duitsland heerste in die tijd. En angst is een slechte raadgever. Door angst gedreven gaan mensen soms hele vreemde dingen doen.
Een andere dag bezochten we de Nieuwe Synagoge in Berlijn. Daar is alleen het voorste gedeelte en de koepel van bewaard gebleven. Mooi hersteld na, zoals ik dacht, de verwoesting van de synagoge in de Kristallnacht in 1938. In die nacht hebben de nazi’s immers honderden synagogen in heel Duitsland in brand gestoken en verwoest. Maar dat bleek met de Nieuwe Synagoge niet gebeurd te zijn. De nazi’s hebben het wel geprobeerd. Maar de politiecommissaris in de wijk waar de synagoge staat, had er lucht van gekregen. Zijn naam mag hier wel genoemd worden: Wilhelm Krützfeld. Hij gaf bevel de beginnende brand te blussen en het brandbare materiaal uit de synagoge weg te halen. Dat de synagoge in 1943 alsnog onherstelbaar beschadigd werd bij een bombardement door de geallieerden doet daar niets aan af.
Waar haalt een mens dat lef vandaan, vraag je je af. Hij had zich toch ook doof en blind kunnen houden voor wat daar gebeurde, en de straatvechters van Adolf Hitler hun gang laten gaan? Misschien was zijn levensmoed groter dan zijn angst. Geïnspireerd door levensmoed zijn mensen vaak in staat tot grootse dingen.
Soms krijg ik wel eens de vraag wat mensen in de kerk te zoeken hebben. Het antwoord op die vraag kan verschillend zijn. Soms zoeken mensen troost. Of ze zoeken gezelschap. Ze kunnen op zoek zijn naar zichzelf of naar een ander. Ze zoeken muziek of stilte. Voor mij is een belangrijk antwoord op die vraag dat mensen in de kerk op zoek zijn naar levens-
moed. De verhalen in de Bijbel, het verhaal over het leven van Jezus – het zijn niet zomaar verhaaltjes. Het is de bron waaruit een mens kan putten om levensmoed te vinden voor elke nieuwe dag. En zich niet, op een dag, door angst te laten overvallen. Die kracht zoeken we in de kerk, steeds weer. En ik geloof dat we mogen vertrouwen dat die kracht ons dan ook geschonken zal worden.
Carel van der Meij
Geplaatst: 2 mei 2025