Via Dolorosa
In januari bezochten mijn vrouw Ellis en ik Israël. Een land met een hele bijzondere geschiedenis, grote culturele verscheidenheid en zeer diverse natuur. Natuurlijk verbleven wij ook in Jeruzalem. En liepen de Via Dolorosa of lijdensweg. Dat is de route van Jezus na zijn veroordeling door gouverneur Pilatus. Met het kruis op zijn rug. Naar Golgota. Toen een plek net buiten Jeruzalems muren. Nu staat er een grote kerk. Opgericht boven de executieplaats en boven het graf van Jezus (naar men zegt).
Inmiddels gaan wij als kerkelijke gemeenschap weer de weg naar Pasen. Veertig dagen in het spoor van Jezus. In het geloof dat zijn weg door het lijden heen leidt naar een nieuwe toekomst.
Overigens bracht het lopen van de Via Dolorosa mij niet dichter bij Jezus. Ik werd veeleer opgeslokt door alles wat ik hoorde en zag om mij heen. Indruk op mij maakten de woorden van onze reisleider op het pleintje waar Pilatus het publiek liet kiezen tussen Jezus en Barabbas. “Zien jullie hoe klein dit plein is? Vaak heeft de kerk gesuggereerd dat hier een enorme menigte schreeuwde: ‘Kruisig Hem!’ Maar deze binnenplaats biedt ruimte aan hooguit vijftig mensen.
Toch hebben de christenen vanwege die vijftig boze mensen tweeduizend jaar lang een heel volk vervolgd.” Waar Jezus de doornenkroon op het hoofd kreeg werden mijn reisgenoten en ik bepaald bij het verschrikkelijke lijden van het Joodse volk door de eeuwen heen.
Indruk op mij maakten ook de Israëlische militairen die in dit Palestijnse deel van de stad de orde bewaken. Meiden en jongens van goed 18 jaar. Met een mitrailleur. Voor de Joden die in dit land wonen een symbool dat zij hun lot eindelijk in eigen hand hebben. Voor de Palestijnen een symbool van onderdrukking. Even verder op de Via Dolorosa werd ik afgeleid door de drukte. Vele handelaren proberen er hun prullaria aan de toeristen te slijten. Duizenden christelijke pelgrims uit alle windstreken wringen zich door de nauwe straatjes.
De Heilige Grafkerk is een fenomeen op zich. Overal bladgoud. Niets hier deed mij denken aan de grimmige rots van Golgota of aan de stille hof waar Jezus begraven werd. En dan al die mensen. Sommigen in gebed. Anderen emotioneel. Een vrouw legde haar smartphone op de steen waarop ooit Jezus’ lichaam in een doek gewikkeld zou zijn. Op de smartphone op de steen legde ze haar oor. Om een verbinding te maken tussen deze plek, haarzelf en wellicht haar zieke vader in Rusland? In de hoop dat ze via de telefoonlijn de genezende kracht van Jezus zou kunnen doorgeven?
Ik moet bekennen dat ik een beetje jaloers was op die Russische. Kennelijk was Hij dichtbij haar die ik uitgerekend op deze plek niet kon plaatsen. Kennelijk had ik er op gehoopt dat ook ik zijn aanwezigheid op de Via Dolorosa zou ervaren. Pas na onze reis zag ik Hem. Op onze foto’s gemaakt op de Via Dolorosa. Nu pas zag ik dat Hij er tijdens de hele weg lang steeds bij was geweest. Toen onze reisleider sprak over het lijden van het Joodse volk. Waar Israëlische militairen het lijden van het Palestijnse volk onderstreepten. Ik herkende Hem tussen de souvenirverkopers die met moeite hun brood proberen te verdienen. En tussen de pelgrims op zoek naar een plek van vrede. Onzichtbaar stond Hij op de foto naast een Russin op zoek naar genezing voor een geliefde.
De Mensenzoon die de kruisweg ging is overal waar mensen lijden. Hij is overal waar mensen verlangen naar een betere wereld. Zijn verhaal wil tegen alle lijdende en zoekende mensen zeggen dat zij niet alleen staan. Dat er Eén is die dezelfde weg ging en gaat als zij. Dat die Ene bij hen zal blijven tot het einde van hun Via Dolorosa waar een nieuwe dag begint!
dominee Willem Biesheuvel