Home » Blog » Nieuws » Brief van de maand – november 2018

Brief van de maand – november 2018

Geplaatst in: Nieuws

Met Christus

 

In november gedenken wij onze overleden dierbaren. Waardoor ik in­eens aan mijn opa moet denken. En aan de woorden, door hemzelf uitge­kozen, boven zijn rouwkaart: “Ik verlang heen te gaan en met Christus te zijn, want dit is verreweg het bes­te” (Filippenzen 1:23, bijbelvertaling van 1951).

 

Zou opa Kees Biesheuvel nog leven dan was hij nu 125. Van de doden niets dan goeds, zegt men. En mijn opa was werkelijk een hele lieve opa. Maar juist daarom kreeg ik het als 17-jarige een beetje koud van “zijn” tekst op de rouwbrief. Hoezo was het “verreweg het beste” om met Christus te zijn? Was opa dan niet veel liever bij oma en bij ons allemaal gebleven? Had hij genoeg van ons?

 

Wat is er na dit leven? In gesprekken die ik heb met achterblijvers of wie hun eigen dood zien naderen komt die vraag nogal eens op tafel. Maar niemand van de levenden kan het exacte antwoord geven. Ook de Bij­bel spreekt in alle voorlopigheid en in beelden over wat hierna komt. Hoe het echt zal zijn gaat ons denken te boven.

 

In zijn brief aan de christenen in het Griekse Filippi verwoordt de apostel Paulus heel kernachtig wat hij hoopt. Eigenlijk is het een tussendoor op­merking in een ander betoog. Nee, ook Paulus kan niet precies omschrij­ven hoe het leven na dit leven is. Maar één ding staat voor hem wel vast: dat wij met Christus zullen zijn. Paulus ziet daarnaar uit. Net als 36 jaar geleden mijn zieke opa. Wat ik toen niet begreep. Maar inmiddels een beetje beter.

 

Met Christus zijn, weet ik nu, bete­kent voor Paulus niet: deze wereld en al haar gedoe ver achter je laten. Christus heeft immers waargemaakt dat God met heel zijn wezen betrok­ken is op deze wereld en haar bewo­ners, op alles wat wij hier en nu doen en ervaren. Christus werpt een nieuw licht op ons kleine leven. Hij doet ons verstaan dat het in Gods ogen eindeloos veel waard is.

 

Met Christus zijn is zijn waar Hij is. En dat is volgens het evangelie: nog steeds hier. Volgens Paulus kon zelfs de dood Christus’ band met deze we­reld niet verbreken. Wat kan “met Christus zijn” dus anders betekenen dan: opgenomen worden in zijn ein­deloze liefde voor de wereld en delen in zijn genadige kijk op alle mensen?

 

Met Christus zijn, denk ik nu, bete­kent: verbonden blijven met allen van wie je gehouden hebt en ver­bonden worden ook met alle ande­ren. Met Christus zijn is niet langer gehinderd worden door de beper­kingen van dit lichaam en van je wantrouwige geest. Het is met Chris­tus werkelijk open staan voor alle rijkdom die in Gods schepping en al zijn kinderen aanwezig is.

 

Ik heb mijn opa nooit gevraagd naar hoe hij dacht over het leven na de dood. Ik wilde helemaal niet dat hij dood zou gaan. Nu denk ik dat zijn
verlangen om “heen te gaan” niet betekende dat hij ons zat was. Hij had wel genoeg van zijn zieke lichaam. En hij hoopte en geloofde dat hij op een nieuwe manier met ons verbonden zou worden. Hij wilde met Christus zijn. Dat is: tegelijk één zijn met alle mensen en schepselen van wie God houdt!

 

Ik wens iedereen die een geliefde moet missen kracht toe. En ook dat u ervaren mag dat u nog steeds met haar of hem verbonden bent!

 

dominee Willem Biesheuvel